Waarom deze vraag veel mannen bezighoudt
Als man rond de 30 zit je vaak midden in een druk leven. Je werkt een paar jaar, misschien woon je samen, denk je aan een huis of kinderen. Juist dan komt de vraag: hoeveel spaargeld zou ik nu eigenlijk moeten hebben? Niet om rijk te worden, maar om te weten of je een beetje op schema ligt.
Er is geen magisch getal dat voor elke man klopt. Wel zijn er handige vuistregels en realistische doelen speciaal voor de gemiddelde Nederlandse man. Daarmee kun je jezelf eerlijk vergelijken zonder onnodige stress of onhaalbare verwachtingen.
Vuistregelen voor spaargeld rond je 30e
Een praktisch minimum voor noodgevallen
De eerste stap is een noodbuffer. Een veelgebruikte richtlijn is drie tot zes maanden vaste lasten op je spaarrekening. Denk aan huur of hypotheek, energie, verzekeringen, boodschappen, abonnementen en reiskosten. Voor de gemiddelde man komt dat vaak neer op een bedrag tussen de 3.000 en 8.000 euro.
Heb je een stabiele baan, geen kinderen en woon je huur, dan kun je dichter bij drie maanden zitten. Heb je een hypotheek, een auto en misschien een gezin, dan is zes maanden een veiligere keuze. Deze buffer voorkomt dat je direct in de problemen komt bij ontslag, autopech of een kapotte wasmachine.
Een richtlijn voor opgebouwd spaargeld
Naast je noodpotje kun je kijken naar een bredere richtlijn: rond je 30e is het redelijk om ongeveer één keer je netto jaarsalaris aan vermogen na te streven. Dat vermogen kan bestaan uit spaargeld, beleggingen en afgeloste schulden. Verdien je bijvoorbeeld 2.400 euro netto per maand, dan is een richtbedrag rond de 30.000 euro een mooi doel, maar zeker geen harde eis.
Heb je studieleningen of andere schulden, dan telt het aflossen daarvan ook mee. Minder schuld betekent meer financiële ruimte, ook al zie je dat niet direct als saldo op je spaarrekening.
Hoe weet je of je goed op weg bent
Vergelijk jezelf met je eigen situatie
In plaats van jezelf te meten aan vrienden of sociale media, is het verstandiger om te kijken naar je eigen startpunt. Ben je later gaan werken door studie of reizen, dan is het logisch dat je minder hebt opgebouwd. Ook een scheiding, baanverlies of gezondheidsproblemen kunnen je spaargeld tijdelijk drukken.
Belangrijker dan het precieze bedrag is de richting. Spaar je elke maand iets, al is het maar 50 of 100 euro, dan bouw je een gewoonte op waar je de rest van je leven profijt van hebt.
Kleine stappen voor de gemiddelde man
Automatisch sparen is voor veel mannen de makkelijkste manier om grip te krijgen. Stel een automatische overboeking in direct na salaris, bijvoorbeeld 5 tot 10 procent van je netto inkomen. Zie dit als een vaste rekening aan jezelf. Heb je de buffer eenmaal op orde, dan kun je een deel gebruiken voor doelen als een huis, wereldreis of pensioenaanvulling.
Uiteindelijk draait het niet om perfectie, maar om rust. Als je rond je 30e een noodbuffer hebt en maandelijks iets opzijzet, ben je als gemiddelde man in Nederland gewoon sterk bezig.