Waarom sparen voor de gemiddelde Nederlandse man zo lastig is
Als man van rond de dertig heb je vaak te maken met stijgende woonlasten, dure boodschappen en de druk om ook nog een beetje van het leven te genieten. Toch hoor je overal dat je moet sparen en het liefst zo vroeg mogelijk. Alleen: hoeveel spaargeld ‘hoort’ een man van 30 nu eigenlijk te hebben in Nederland?
Er is geen magisch getal dat voor iedereen klopt, maar er zijn wel richtlijnen die je kunt gebruiken om te checken of je op koers ligt. Belangrijk is dat je kijkt naar je eigen inkomen, vaste lasten en toekomstplannen.
Een simpele vuistregel voor spaargeld rond je dertigste
Een veelgebruikte internationale vuistregel is dat je rond je dertigste ongeveer één keer je bruto jaarsalaris aan vermogen hebt opgebouwd. Let op: dat gaat niet alleen over spaargeld, maar ook over beleggingen en bijvoorbeeld aflossing op je woning.
Wat betekent dat concreet
Verdien je bijvoorbeeld 40.000 euro bruto per jaar, dan zou je rond je dertigste streven naar ongeveer 40.000 euro aan totaal vermogen. Dat kan bestaan uit spaargeld, de waarde die je al in je huis hebt opgebouwd en eventueel beleggingen. Zit je daar ver onder, dan is er geen reden tot paniek, maar het is wel een signaal om bewuster met sparen en investeren om te gaan.
Heb je geen eigen woning of beleggingen, dan is het logisch dat je spaarsaldo lager is. Richt je dan eerst op een realistische basis: een goede buffer en een maandelijks vast bedrag dat je apart zet.
De minimale financiële buffer voor een sterke basis
Voor de gemiddelde Nederlandse man van 30 is een noodbuffer belangrijker dan een hoog totaalvermogen. Een veelgebruikte richtlijn is om minimaal drie tot zes keer je vaste maandlasten aan spaargeld achter de hand te hebben.
Voorbeeld van een praktische buffer
Stel dat je vaste kosten, zoals huur of hypotheek, energie, verzekeringen en boodschappen, samen 1.500 euro per maand zijn. Dan zou je buffer ergens tussen de 4.500 en 9.000 euro moeten liggen. Daarmee kun je een kapotte wasmachine, onverwachte rekeningen of tijdelijk inkomensverlies opvangen zonder direct in de problemen te komen.
Heb je een flexibel contract, wisselende inkomsten of ben je zelfstandig ondernemer, dan is een grotere buffer verstandig. In dat geval kun je denken aan zes tot twaalf maanden vaste lasten.
Hoe kom je als man van 30 dichter bij je spaardoel
Belangrijk is dat je niet alleen naar het eindbedrag kijkt, maar vooral naar je maandelijkse spaargedrag. Zet direct na je salaris een vast percentage apart, bijvoorbeeld tien tot vijftien procent van je netto-inkomen. Zie dat als een rekening voor je toekomstige zelf, niet als restgeld.
Daarnaast helpt het om doelen te koppelen aan je spaargeld: een eigen huis, een buffer voor kinderen, of simpelweg meer vrijheid in je werk. Hoe concreter je doel, hoe makkelijker het wordt om gemotiveerd te blijven. Vergelijk jezelf niet continu met anderen, maar check elk half jaar of je iets dichter bij jouw persoonlijke richtlijn en buffer komt.