Waarom het belangrijk is om je BMI en vetpercentage te kennen
Gezondheid is een van de pijlers van een goed leven, zeker voor de gemiddelde man in Nederland. Wanneer je je fysiek beter wilt voelen of er beter uit wil zien, kom je al snel uit bij het meten van je lichaamscompositie. De twee meest gebruikte termen hierbij zijn BMI (Body Mass Index) en vetpercentage. Hoewel ze vaak door elkaar worden gehaald, zeggen ze elk iets anders over je lichaam.
Wat is BMI?
BMI staat voor Body Mass Index en is een rekensommetje gebaseerd op je lengte en gewicht. Het wordt veel gebruikt in de medische wereld om een snel beeld te krijgen van iemands gewicht in verhouding tot zijn lengte. Een BMI tussen de 18,5 en 25 wordt vaak als gezond beschouwd, maar het houdt geen rekening met spiermassa. Een gespierde man kan hierdoor een ‘ongezond hoog’ BMI hebben, terwijl hij juist in topvorm is.
Hoe bereken je je BMI?
Je berekent je BMI door je gewicht in kilo's te delen door het kwadraat van je lengte in meters. Bijvoorbeeld, als je 1,80 meter bent en 80 kilo weegt, dan is je BMI 80 / (1,8 x 1,8) = 24,7.
Wat is vetpercentage?
Waar BMI alleen kijkt naar gewicht en lengte, vertelt je vetpercentage hoeveel procent van je lichaam uit vet bestaat. Dit is een veel specifieker gegeven als je echt wilt weten hoe gezond je bent. Je vetpercentage wordt beïnvloed door je leeftijd, geslacht, voeding en hoeveel je sport. Voor mannen ligt een gezond vetpercentage meestal tussen de 10 en 20 procent, afhankelijk van je leeftijd en doelstelling.
Hoe meet je vetpercentage?
Er zijn verschillende manieren om je vetpercentage te meten. De meest gebruikte methoden zijn een huidplooimeting met een tang, een weegschaal met bio-elektrische impedantie of een DEXA-scan. De nauwkeurigheid varieert per methode, maar voor thuisgebruik zijn de moderne weegschalen vaak voldoende voor een goede indicatie.
Welk cijfer is belangrijker?
In veel gevallen geeft vetpercentage een beter beeld van je gezondheid dan BMI. Vooral als je sportief bent of veel spiermassa hebt, dan kan de BMI misleidend zijn. Tegelijkertijd is de BMI een handig startpunt als je geen toegang hebt tot vetmeting. Idealiter gebruik je beide cijfers samen om een compleet beeld te krijgen van je fysieke toestand.
Praktisch advies voor de gemiddelde man
Ben je bezig met afvallen of fitter worden? Dan is het slim om beide metingen te gebruiken. Houd je BMI in de gaten om te zien of je gewicht richting het gezonde bereik beweegt. Check daarnaast regelmatig je vetpercentage als je preciezer wilt weten of je daadwerkelijk vet verliest en niet alleen spiermassa. Voeg een evenwichtig dieet en regelmatig bewegen toe, en je bent goed op weg naar een gezonder lichaam.