Wat is BMI en hoe wordt het berekend?
BMI staat voor Body Mass Index en is een methode om te bepalen of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte. De formule is eenvoudig: je gewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van je lengte in meters. Een voorbeeld: als je 80 kilogram weegt en 1,80 meter lang bent, dan is je BMI 80 / (1,80 * 1,80) = 24,7. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie geldt een BMI tussen 18,5 en 24,9 als gezond.
Toch zegt BMI niet alles. Het houdt geen rekening met spiermassa of de verdeling van vet en spieren in het lichaam. Twee mannen met exact dezelfde BMI kunnen er heel verschillend uitzien: de één gespierd, de ander met een hoger vetpercentage.
Wat is vetpercentage en hoe wordt het bepaald?
Vetpercentage is het aandeel van je totale lichaamsgewicht dat uit vet bestaat. Dit wordt uitgedrukt in een percentage. Een gezond vetpercentage verschilt per geslacht en leeftijd, maar voor mannen tussen de 20 en 39 jaar ligt een gezond bereik tussen de 8% en 20%. Voor oudere mannen mag het iets hoger zijn.
Er zijn meerdere methodes om je vetpercentage te meten. Denk aan een huidplooimeter, een bio-elektrische impedantieanalyse (vaak via een weegschaal) of een DEXA-scan. De nauwkeurigheid verschilt, waarbij de DEXA-scan als een van de beste opties wordt gezien. Voor thuisgebruik wordt meestal gekozen voor een slimme weegschaal of een huidplooimeter, al geven deze niet altijd een exacte waarde.
Wat zegt meer: BMI of vetpercentage?
Voor de gemiddelde man in Nederland geeft het vetpercentage vaak een realistischer beeld van de lichaamssamenstelling dan BMI. Zeker als je regelmatig sport of krachttraining doet, kan je BMI aan de hoge kant zijn terwijl je weinig vet hebt en een gezond lichaam. Andersom kan een gezond BMI verbloemen dat je vetpercentage te hoog is, wat gezondheidsrisico’s met zich meebrengt zoals hart- en vaatziekten en diabetes type 2.
Vetpercentage biedt dus meer nuance. Het laat zien of je lichaam relatief veel vet bevat, zelfs als je gewicht dat niet doet vermoeden. Zeker voor mannen die hun gezondheid willen verbeteren, is het volgen van hun vetpercentage een waardevolle meting om veranderingen in levensstijl of training te evalueren.
Wat kun je zelf doen om beide waarden te verbeteren?
Een gezond voedingspatroon, voldoende beweging en regelmatige krachttraining dragen bij aan zowel een beter BMI als een lager vetpercentage. Vermijd crashdiëten en richt je op een duurzame leefstijl. Drink voldoende water, eet onbewerkte voeding en zorg voor voldoende slaap. Train minimaal twee tot drie keer per week, waarbij je cardio en krachttraining combineert.
Tot slot: laat je niet gek maken door alleen de cijfers. Gebruik ze als hulpmiddel en kijk ook naar je energie, fitheid en algemene gezondheid. Een gemiddeld gezond lichaam is meer dan het getal op de weegschaal.